Ik ben geen wintermens. Soms denk ik dat ik in het verkeerde lichaam geboren ben. Dat ik eigenlijk een beer had moeten zijn. Het idee van een winterslaap lijkt me namelijk zalig. Na het zomerverlof nog even genieten van de indian summer, mij dan terugtrekken in een warm nest en weer wakker worden als het terrasjesweer aanbreekt, alle vakantiekilo’s weggesmolten en klaar om aan het BBQ-seizoen te beginnen.

Ik baal van de winterkou, het gebrek aan zonlicht, de regen, het vele binnen zitten, het ijs op mijn autoruiten en de avondrush die zich volledig in het donker afspeelt (met als hoogtepunt de rainy days waarop ik twee peuters, ingeduffeld als Michelinvrouwtjes, zo snel mogelijk in een autostoel probeert te wurmen.)

Terwijl ik in de zomer na het avondeten nog vol energie met een koffie/wijntje op het terras ging zitten en mijn laptop bovenhaalde om blogberichten te schrijven, heb ik nu vooral zin om mij onder een dekentje naast Joske in de zetel te nestelen met een thee/chocomelk en mijn nieuwste guilty pleasure, de mini-bouchée (waar ik er toch altijd twee van opeet, want ja, ze zijn zo mini  🙂 ).

Voor wie het nog niet door had: ik ben een zomermens. Ik leef op bij warme temperaturen en zon op mijn gezicht. Maar de winter is toch zo gezellig, zeggen de romantici en de wintersportfanaten. Het is waar, de winter is bij momenten echt gezellig.

Ik heb eens nagedacht over wat ik wél plezant vind aan het winterseizoen:

  • Mijn favoriete wintergroente: witloof. Gegratineerd in de oven met kaassaus en hesp. Aangestoofd in goeie boter. Rauw met mayonaise en mosterd. Mmm…
  • Warme wollen truien en lange zachte sjaals.
  • De geur van Sinterklaas (chocolade, speculaas en mandarijntjes)
  • Echte winterkost: wildpaté met uienconfituur, spruitjes met spek, pompensoep.
  • De kerstboom! Met zorgvuldig geschikte versiering. En die ene bal die elk jaar stukvalt. Maar dat is niet erg, want ‘scherven brengen geluk’…
  • Kerstkaartjes (Yeps, ik ben zo’n moeder die haar kroost laat poseren met een kersttrui aan)
  • De eerste sneeuw die neerdwarrelt. Op een dag waarop ik de deur niet uit moet.
  • Kerstdiner met de familie. Aperitieven in het salon. Overmatig veel eten aan tafel. Kijken naar de kindjes die dansen voor de tv. Mijmeren dat wij vroeger zelf die kindjes waren.
  • Oudejaarsavond met de vrienden. Eten, drinken, dansen en wakker worden met een houten kop. Ontbijt met bubbels en pannenkoeken. Het nieuwjaarsconcert op de tv.
  • Stoofpotjes en ovenschotels. Kaas -met wijn- schotels. Raclette en tartiflette.
  • Winterradio: de Warmste Week, de Tijdloze 100 (en ook wel een beetje de melige kerstliedjes).

Om al die geneugten mag het voor mij toch even winter zijn. Graag zo twee maandjes per jaar: december en januari. Dat lijkt me voldoende lang om winterkost te eten, om te genieten van mijn warme wintergarderobe en om Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar te vieren. Dus, als iemand dit even voor mij kan regelen a.u.b.? Mijn eeuwige dankbaarheid en witloof in al zijn bereidingswijzen zullen je deel worden! Tenzij je geen witloof lust. Dan kom ik je kerstboom versieren en melige kerstliedjes zingen  🙂

 

Ik ben geen wintermens