Windeke kermis
De zomers van mijn jeugd werden ingeluid door Windeke kermis. Taart eten in onze mooiste kleedjes (zelfgemaakt door mama en meme) en daarna de kermiscenten opdoen met vissen of touwtjetrek. En later met de schuivers spelen in het lunapark (oh de frustratie wanneer de Jackpot weer eens bij een ander viel). Ondertussen troepen de kinderen van weleer weer samen op Windeke kermis. Wie had ooit gedacht dat onze kleintjes op de paardenmolen de belangrijkste attractie zouden worden.
Altijd mooi weer
In de zomers van mijn jeugd was het altijd mooi weer. Wij speelden twee maanden lang buiten in het zonnetje. In de zandbak. Op de schommel. We aten kersen met de emmer (zowel meme als tante Annie had een boom). We gingen elke dag fietsen (blijgezind als kind, mopperend als tiener). En als het dan toch eens één dag per zomer slecht weer was, dan maakte mama zoutdeeg (een soort van zelfgemaakte Play Doh). Ik moet dat ook eens doen met mijn dochters, als was het maar om ook eens een #happycrafting mama te zijn 🙂
Een logeetje uit Noord-Ierland
In enkele van de zomers uit mijn jeugd hadden we in juli een logeetje uit Noord-Ierland. Zij leerde ons Engels en wij bezorgden haar een zorgeloze vakantie, weg van de troubles in London Derry. Ze heette Charlene en ze lustte enkel hamburgers. Groenten uit de tuin (uit de aarde begot!) vond ze vreselijk. Charlene wou elke dag op uitstap gaan. Een stadskind plant je niet zomaar op het platteland. En dus aten we die maand (bijna) elke dag hamburgers met ketchup en verzonnen we uitstapjes. Kersen gaan eten bij tante Annie bijvoorbeeld. Met de fiets.
Elke dag groenten uit de tuin
In de zomers van mijn jeugd bestond de term ‘ecologisch’ nog niet en was tuinieren nog geen hipsterbezigheid. Wij leefden gewoon op den buiten en aten elke dag groenten uit de tuin. Soms zaten er al eens vliegjes in de kropsla en dan trok ik mijn neus op. Soms aten we drie dagen op rij boontjes of bloemkool. En ook daar durfde ik al eens over te klagen. De ‘nieuwe patatjes’ daarentegen.. Dat was echt iets om naar uit te kijken. Elk jaar opnieuw. Toen ik ging samenwonen met Joske en hij op een dag vroeg ‘Wat is daar nu anders aan dan aan gewone patatten?’ kon ik mijn oren niet geloven. OMG: Hij kende het concept ‘nieuwe patatjes’ niet!
In de zomers en winters van tegenwoordig kunnen we eten waar ze zin in hebben. Tomaten en aardbeien in december en wintergroenten in de zomer. En dat is jammer. Omdat het minder lekker is (veel minder lekker), maar ook omdat we daardoor het gevoel van ‘uitkijken naar’ kwijtgeraakt zijn (lees in dat verband ook eens de column Old school verlangen). En ja, ook ik pleit schuldig, want ik maak al eens ratatouille in de winter. Courgette, aubergine en paprika zijn in mijn hoofd all-round groenten, wellicht omdat ze niet in de moestuin van mijn jeugd stonden. Maar dat is dus fout.
De groentekalender van Velt
Voor wie seizoensgebonden wil koken, is de groentekalender van VELT (Vereniging voor Ecologische Leven en Tuinieren) een handig instrument. Je vindt er per maand de groenten die ‘van het seizoen’ zijn. Toen VELT mij vroeg of ik die kalender mee wou promoten, was ik meteen enthousiast. Omdat ik sinds de komst van twee kleine spruiten en mijn foodblog wat ecologischer in het leven probeer te staan. En omdat de lijst met juni-groenten mij spontaan aan mengelmoes en ‘de zomers van mijn jeugd’ deed denken.
Enkele foto’s uit “de zomers van mijn jeugd”:
Some things never change (gelukkig!):